Geen belastingconstructie prinses Christina

Kamerleden spreken er massaal schande van: verscheidene familiefondsen van koningskinderen hebben hun postadres op het werkpaleis van de koningin. De reden van de verontwaardiging is de veronderstelde combinatie van voorbeeldfunctie en belastingontwijking. Prinses Christina bespaart zich inderdaad belasting in vergelijking met andere inwoners van Engeland. Dat komt door een uitdrukkelijke keuze van de Engelse regering; niet dankzij een fiscale constructie.

Internationaal verspreide vermogende families voeren vaak een gecentraliseerd beheer over het vermogen van de familieleden. Dat geldt zeker Koninklijke of commerciële dynastieën. Het belegde familievermogen verhuist niet mee als iemand over de wereld trekt, zoals prinses Christina. Die woonde eerst in Nederland, toen in New York en nu in Londen. In een streven het familievermogen niet te versnipperen, wordt het vaak in een trust ondergebracht. Deze Angelsaksische rechtspersoon biedt voordelen voor een veilig en efficiënt beheer. Ze zijn bij bosjes gevestigd op de Kanaaleilanden Guernsey en Jersey die door hun belastingregime bijkomende fiscale voordelen kunnen bieden. Dat lijkt in het geval van de prinses evenwel niet het geval. Zij geniet wel fiscale voordelen maar niet door de trustconstructie.

Om te beginnen heeft de prinses heeft fiscaal waarschijnlijk niets met Nederland te maken. De belastinginspecteur komt pas om de hoek kijken als ze hier onroerend goed bezit of een groot aandelenpakket (aanmerkelijk belang) heeft. In die gevallen kijkt de belastinginspecteur alleen naar dat geld. Ze woont in Londen, dus de Engelse belastinginspecteur heeft wel met haar van doen. De Engelse fiscus is in haar geval evenwel niet geïnteresseerd in vermogen dat zich niet in Engeland bevindt en daar evenmin wordt gebruikt. Dat is de regeling voor zogenoemd non-domiciled individuals. Ze is ontstaan tijdens de Napoleontische oorlogen en vorig jaar flink aangescherpt. De Britse fiscus kiest voor dit belastingvoordeel omdat ze de (tijdelijke) aanwezigheid van deze ongeveer 120.000 vermogende en invloedrijke mensen belangrijker vindt dan hun belastinggeld.

Het ligt voor de hand dat deze regeling ook geldt voor de prinses. Ze dankt haar belastingvoordeel dan rechtstreeks aan de Britse regering en het parlement aldaar. Ze geniet het voordeel overigens alleen als het geld buiten haar en Engeland om wordt beheerd. Dat is het geval met haar trust waarvoor alleen de lijn Guernsey met het werkadres van haar zuster geldt. Die is het hoofd van de familie en maakt daar werk van. Dat is gebruikelijk in haar positie.

Vreemder zou zijn als de prinses na haar verhuizing van New York naar Londen, haar vermogen ook naar de Engelse hoofdstad zou overbrengen. Dat dan alleen omdat ze voor de Nederlandse parlementariërs van Paul Tang van de PvdA tot Frans Weekers van de VVD een voorbeeldfunctie vervult. Dat terwijl Nederland zich weinig van de prinses aantrekt. Hooguit een enkeling neemt haar leven als voorbeeld. Toch zou ze in de nu breed aangehangen visie geheel onverplicht geld aan de Britse fiscus hebben moeten afstaan om als rolmodel op het Binnenhof te dienen. Dat overigens met de kanttekening dat de Britse fiscus het vermogen dan zwaarder had belast dan dat van haar eigen onderdanen.

Als er een uitweg voor parlementaire ergernis en opwinding moet zijn, richt die dan op de Engelse regering die welbewust liever de prinses dan haar geld binnen haar grenzen heeft. Als we op dat punt aankomen, is er voor de parlementariërs meteen reden voor enige introspectie. Ook Nederland heeft zijn fiscale regelingen om mensen binnen te halen in ruil voor fiscale faciliteiten.

De fiscaliteit zit vol met opportunistische ruiltjes met belastinggeld. Wees daar dan verontwaardigd over en steek de hand in eigen boezem in plaats van te wijzen naar de prinses als makkelijk doelwit.