Nadere toelichting VHMF op “ultiem voorstel” van DG Leijtens inzake de veel besproken vertrekregeling

Arnhem, 20 juni 2016

Geachte leden,

Het bestuur van de VHMF heeft u middels een nieuwsbrief geïnformeerd over het ultieme voorstel van de DG met betrekking tot de veel besproken vertrekregeling bij de Belastingdienst (zie bijlage voor zijn brief van 17 juni). U kunt richting het bestuur reageren op dit voorstel. Hieronder treft u een nadere toelichting aan op de verzonden nieuwsbrief. Voor de tekst van het voorstel van de DG verwijzen wij naar bijlage bij de door u ontvangen e-mail van onze secretaris Paul Soomers.


Vooropgesteld, het bestuur van de VHMF hecht aan de regeling, omdat veel leden er graag gebruik van willen maken en omdat het plaats maakt in de dienst. Hierdoor ontstaan er mogelijkheden voor collega’s om door te stromen en ook kansen op nieuw werk voor degene waarvan, door de investeringsagenda, het werk verdwijnt. Wij hebben dit standpunt eerder met u gedeeld.

Het bestuur begrijpt de bezorgdheid die bij de niet-deelnemers aan de regeling heerst over de huidige en toekomstige werkdruk. Aangezien het overgrote deel van de vertrekkende collega's binnen afzienbare tijd ook zonder regeling de dienst zou hebben verlaten is dat echter niet een probleem dat door de regeling wordt veroorzaakt. Juist nu, maar eigenlijk natuurlijk al veel langer is een adequate strategie geboden om het vertrek van collega's op te vangen. Door voldoende herbezetting en door verstandig gebruik te maken van collega's die nog een aantal jaren willen blijven los je het probleem op. Als hun werk niet verdwijnt kunnen ze gewoon blijven doen wat ze nu doen, en van daaruit nieuwe collega's begeleiden. We zijn dan ook tevreden dat de DG in zijn brief van 17 juni dit herkent en daar gelijksoortige opmerkingen over maakt.

Het bestuur van de VHMF heeft ook eerder gesteld dat het een oplossing zou kunnen zijn om de regeling langer te garanderen. Een "roadmap" maken om het vertrek van collega’s op te vangen is dan ook makkelijker. Dan zorgt de regeling juist voor meer zekerheid. De verlenging van de nu geboden termijnen, ten opzichte van Leijtens’ voorstel om de regeling zo snel mogelijk te stoppen, zien wij dan ook als het scheppen van de gewenste zekerheid: dan kan zo’n roadmap worden gemaakt.

Het voornemen van de DG om de regeling uiterlijk 1 juli 2016 te stoppen was naar onze mening veel te kort door de bocht. Daar kon de VHMF niet mee akkoord gaan. Zonder het nu voorgestelde compromis echter, wordt de regeling inderdaad per 1 juli gestopt en ontstaat, in afwachting van een Arbitragetraject waarvan de uitkomst onzeker is, een langdurige impasse in alle overleggen met de bonden. En dus nog meer onzekerheid voor velen. Gezien de grote belangstelling is het bestuur echter wel de overtuiging toegedaan dat bij de evaluatie van 1 januari 2018 de dienstleiding de vertrekregeling in ieder geval zou gaan beëindigen. Het bestuur is van mening dat, binnen de nu voorgestelde aanpassing, eenieder die de verwachting had om zich te kunnen melden een enigszins redelijke vertrekmogelijkheid geboden wordt.

Belangrijk is voor het bestuur van de VHMF ook dat we nu zo snel als mogelijk weer in gesprek kunnen komen over ons vak. Want daar staan we voor.

De Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel hebben het voorstel van DG Leijtens als volgt toegelicht:

Achtergronden
Ruim een jaar geleden lekten de plannen van staatssecretaris Wiebes voor een omvangrijke reorganisatie uit. Na een intensieve zomerperiode, bereikten we midden in de winter een akkoord over het breed openstellen van de stimuleringspremie en het (in maximaal 3 jaar) verrichten van zinvol werk binnen Switch.
Na de nodige opstartproblemen vanaf 1 februari 2016, aanpassingen in de FAQ en discussies binnen de Raad van Bestuur over de zogenaamde continuïteitstoets, had het stof geen tijd om neer te dalen. Want 4 maanden na de gemaakte afspraken die 7 jaar zouden gelden, stelt de Directeur-Generaal (DG) in de brief van 23 mei jl. voor: “Daarom acht ik het nodig dat onze VWNW-afspraken zo snel mogelijk, maar uiterlijk met ingang van 1 juli a.s. worden aangepast. Mijn voorstel is om de generieke vrijwillige fase per functieniveau te beëindigen op het moment dat het geraamde effect van de Investeringsagenda voor dat specifieke niveau is bereikt. Dit betekent dat de generieke vrijwillige fase voor een aantal functieniveaus de facto per 1 juli wordt beëindigd omdat het geraamde effect is bereikt.”

Uitnodiging tot gesprek en voorstel DG
De afgelopen weken zijn de vakbonden met de DG in gesprek gegaan. Wij waren erg kritisch door de opgeroepen verwachtingen in de grote congres- en theaterzalen van het land. En wij constateren een kloof tussen de medewerkers en de leden van de Raad van Bestuur. In de overleggen hebben we gesproken over wat de dienst gaat doen om het geschade vertrouwen tussen “de top” en de werkvloer te herstellen. Want niemand is de 6.000 boventalligheidsbrieven vergeten, noch de blog over Blokpoel over de „oudere? medewerkers. Ook de gigantische concentratiebeweging ligt nog vers in het geheugen.

De DG hield zich vast aan de cijfers van de te verwachten uitstroom voor de komende jaren. Deze cijfers zijn bij het tot stand komen van de regeling niet met de bonden gedeeld. Volgens ons waren dit vooral prognoses en aannames over mogelijke ontwikkelingen in de toekomst en dat er binnen de kaders van de regeling voldoende mogelijkheden zijn om continuïteit te waarborgen. Wij vonden deze argumenten daarom onvoldoende om überhaupt in gesprek te gaan over het aanpassen van onze recente afspraken.
Op 7 juni jl. werd de brief uitgebreid met een nieuw feit, er bleek een zodanig groot financieel probleem dat dit volgens de DG moest leiden tot een aanpassing van de uitstroomregeling. De bonden hebben gedurende de besprekingen met de DG omtrent zijn voorstel, constant aangegeven dat de regeling open moest blijven voor alle groepsfuncties en individuele functies. Daarbij was het voor ons het moment van de evaluatie (1 januari 2018) een belangrijke grens. Bij veel medewerkers zijn de afgelopen maanden immers verwachtingen gewekt dat zij ook in 2017 nog konden kiezen voor de varianten.

Nieuw voorstel
Dat heeft de DG doen besluiten om zijn voorstel aan te passen. Daarbij gaf hij duidelijk aan dat er politieke druk is rondom het financiële probleem en dat een eventuele overschrijding binnen het eigen budget van de Belastingdienst zal moeten worden opgelost. De DG heeft de bonden ook duidelijk te kennen gegeven dat dit voorstel hierna géén ruimte biedt voor onderhandelingen. In de bijlage is de brief van de DG toegevoegd. Over dit voorstel willen we u raadplegen.

In antwoord op de door u ontvangen mail kunt u uw visie geven met betrekking tot het voorstel van onze DG. Graag ontvangen we uiterlijk donderdag 23 juni a.s. 12.00 uur uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Erik Rutten                          Dennis Baegen
Voorzitter VHMF                   Gert Kers 
                                         CMHF vertegenwoordigers GOBD


[De hele tekst van dit bericht is ook als bijlage bij dit bericht opgenomen]